Date:1941 Jun 30/30 A/C Type: Me-110 C-4 SN: 3273 Code: G9 + CM A/C Nickname:
 File: 082 Airfrce: Luftwaffe Sqn/Unit: 4./NJG 1 Mission/Raid: Training Nachtjagd
1 P Oberleutnant Egmont Prinz zur Lippe-Weissenfeld 9    
2 Bordfunker Uffz Josef Rennette 10    
3     11    
4     12    
5     13    
6     14    
7     15    
8     16                    

In a night exercise, Lippe-Weissenfeld pulled steep up under the Me-110 of Lt. Rudolf Schoenert. Lippe crossed the propeller of Lt. Schoenert and Lippe's tail was cut-off. Both Lippe-Weissenfeld and his radio operator Jozef Rennette parachuted into the Lake and were rescued later.
 


Lt. Schoenert saved the life of his CO by making a low pass over the water and threw a lifejacket in the hands of Lippe-Weissenfeld and a dingy in a following pass.

A number of things indicate the crash postion was south of Urk. The last parts of this Me-110 were probably recovered by the RNLAF in August 1962. This was in polder
Oost-Flevoland, northeast of village Swifterbant, Tarpanweg, kavel (plot) H-79.   

========================== 

Toen Oost-Flevoland in 1956 begon droog te vallen, waren met name de Kampenaren vol verwachting van wat er allemaal op de bodem zou verschijnen. Honderden jaren zeevaart van en naar deze stad moesten toch sporen hebben nagelaten. Tot ieders verrassing lag er helemaal niets. Men kon de natte polder betreden via de Roggebotsluis en wandelen op de oude zandplaat Roggebot en de Abbert. Die ondieptes waren als eerste drooggevallen. Daarna kon de tocht vervolgd worden op de Vossemeerdijk, die bij het gemaal Colijn en haventje de Ketel overging in de Ketelmeerdijk, de noordelijkste Flevopolderdijk. Bij de Kamperhoek, helemaal achteraan waar later de Ketelbrug gebouwd zou worden, werden wrakstukken zichtbaar van twee vliegtuigen. Een paar honderd meter van de dijk af.

Van de vliegtuigresten het dichtste bij de Kamperhoek op kavel H-54 werden in 1957 foto's genomen, zie onder. Het was niet veel wat er lag (want het meeste was in 1942 al door de Duitsers geborgen), maar het was nog zichtbaar dat het om resten van een Engelse Wellington ging. Van de resten van de Duitse Me-110 op H-79 bestaan geen foto's. Beide vliegtuigen werden toen niet geidentificeerd. Vreemd genoeg kreeg de onbekende Me-110 in 2011 een herdenkingspaal en de Wellington niet. 

Foto onder Wellington (Z1663) Kamperhoek.





















De Messerschmitt Bf-110 (Me-110). 

Volgens een polderwerker die werkte in kamp Ketelhaven en kamp Dronten (Directie van de Wieringermeer, juli 1959) was één van de twee wrakken bij Kamerhoek een Duitse jager (
Me-110). Van de dienstdoende acheoloog mochten ze er niet aankomen, "afblijven van die oorlogstroep, niets waard". Vier jongens werden later betrapt door een politieagent buiten dienst. Hij zag ze 's avonds in Kampen lopen met een karretje beladen met twee browning .30 mitrailleurs van de Kamperhoek. De mannen bleken al een leuke collectie opgebouwd te hebben. 

De vliegtuigdeel-vondsten in de Kamperhoek (nu bekend als Wellington Z1663 en Me-110 Werke-Nr. 3273) zijn door de Dir. Wieringermeer ingetekend op de kaart van Flevoland (Atlas voor Flevoland 1969, zie onder). In oktober 1958 werd riet ingezaaid en werd het hier langzamerhand iets droger. Pas in april 1961 werd de bergingsdienst van de Luchtmacht gevraagd de restanten op te ruimen, wat eind juni 1961 werd afgerond. De Wellington motor zag er toen niet meer zo goed uit als op bovenstaande foto. Hij was een stuk smeriger geworden door opgedroogde modder en plantenresten (zie foto in boek van S.L. Veenstra 'In de schaduw van de glorie' pag. 31). Veenstra geeft als locatie voor de Wellington (motor) kavel H54/55 en voor de Me-110 (geen foto) kavel H-79.

Een jaar later (9 augustus 1962) kwam de Bergingsdienst ook terug voor de Me-110, maar deze had onbeheerd gelegen en er was bijna niets meer van over. Binnen een uur was de ruiming gedaan. Het is ook goed mogelijk dat de Me-110 in de periode 1957-1959 op verzoek is geruimd (opgeblazen) door de H.V.D, zoals dit ook met andere vliegtuigwrakken in Flevoland voor 1960 is gebeurd. De H.V.D was de Hulpverleningsdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Vanaf 1947 werd de object- en explosievenruiming op civiel terrein in noord Nederland namelijk niet meer gedaan door Defensie, maar door de H.V.D. Dit waren ambtenaren met oorlogservaring en ervaring door hun tijd bij de M.O.D. (Mijnopruimingsdienst) van Defensie. In 1957 was de H.V.D. nog 18 man sterk en werd afgebouwd. Toen de Bergingsdienst van de Luchtmacht in mei 1960 het ruimingswerk van vliegtuigwrakken in de Flevopolder overnam, koos men bij die bergingen voor assistentie van het eigen Luchtmacht Explosieven Opruiming Peloton, maar de H.V.D. ging wel door met het ruimen van explosieven (artillerie granaten) op bouwlocaties en granaten gevonden op akkers.

Kavelkaart Kamperhoek:


























































 

==============================================

Vliegtuigpaal 16. 

Tekst op paal 16 vermeldt: "Deze Messerschmitt Bf-110 is op 31-OCT-1941 gecrasht, het toestel is neergestort tijdens een oefengevecht en ten zuidwesten van Lemmer terechtgekomen, toen nog IJsselmeer. Verdere gegevens zijn niet verstrekt door de Luftwaffe. Wel is bekend dat de bemanning het heeft overleefd". 

Mijn commentaar op tekst van paal 16:

De makers van de paal (Stichting 4 mei Dronten) hebben in 2011 geprobeerd de onbekende Me-110 op kavel H-79 te identificeren. Daarbij hebben ze echter de verhalen van twee Me-110 door elkaar gehaald en een niet bestaande Me-110 neergestort op 31-10-1941 als het vliegtuig op kavel H-79 benoemd.

De tekst op de paal maakt ook een geografische fout. Er staat "ten zuidwesten van Lemmer terechtgekomen, toen nog IJsselmeer". Dit suggereert een latere inpoldering. Maar ten zuidwesten van Lemmer is het altijd IJsselmeer gebleven en de Noordoostpolder lag er al.

Een betere tekst voor deze crashpositie zou zijn:   

"Deze Messerschmitt Bf-110, Werknummer 3273, G9+CM, is hier in de nacht van 30 juni 1941 neergestort tijdens een oefengevecht met een andere Me-110. Het gebeurde ruim 5km ten zuidzuidoosten van Urk, toen het hier nog IJsselmeer was. Piloot Oberleutnant Egmont Prinz zur Lippe-Weissenfeld en zijn radioman Unteroffizier Jozef Rennette kregen door de andere Me-110 een rubberboot toegeworpen en werden later door een Duitse boot uit het water gered".

Er moeten meer gegevens zijn van de redding, b.v. een Duits Marine- of Wasserschützpolizei verslag. De oefening werd geleid door Lt. Jauk in Himmelbettraum Hering in Medemblik. Van Bergen vlogen ze oost naar het IJsselmeer voor de nachtoefening. Opvallend is dat Oblt. Egmont Prinz zur Lippe-Weissenfeld opsteeg van Bergen (bij Bergen aan Zee), gelegen naast het plaatsje Egmond. 


 


































































© ZZairwar (Zuyder Zee Air War)

2018